In de kramp als teamcoach?

“Ik heb een pamflet gemaakt met 5 punten waaruit blijkt dat jullie geen team zijn”, zei de stagiaire tijdens een teamoverleg. Ze werkten niet samen, er waren verschillende groepjes en de gezamenlijke visie ontbrak volgens haar. Na afloop begon het hele team te klappen! En ik? Ik klapte spontaan mee. Maar ik dacht meteen: ‘Kan ik dit wel doen als teamcoach? Ik moet toch juist objectief blijven?’ Later op de gang hoorde ik dat een paar teamleden helemaal niet blij waren met het optreden van de stagiaire: “Wat weet zij er nou van met haar 19 jaar? Ze werkt hier net een paar weken. Het was zeker een opdracht voor school.”

Dit verhaal hoor ik tijdens de laatste opleidingsdag voor teamcoaches. Ik stelde hen voor om hun praktijkervaringen eens onder de loep te nemen. Ze zijn een paar maanden teamcoach en hebben allemaal zo’n 7 teams toegewezen gekregen. Uit hun verhalen blijkt dat het nog best moeilijk is om de teams te treffen. Teams hebben weinig tijd voor overleg. En vaak is lang niet iedereen aanwezig. Behalve in de teamvergadering; daar gebeurt het! Dus daar willen ze als teamcoach ook echt bij zijn. Maar ze worstelen wel met de vraag hoe ze zich moeten opstellen. Erbij zitten, vragen stellen, observeren, meedoen of nog iets anders?

“Het laatste wat ik wil, is de dominee uithangen en vertellen wat ze wel of niet moeten doen. Dat betekent dat ik er behoorlijk krampachtig bij zit en na afloop vaak een onbevredigend gevoel heb”.

“Meestal stel ik gewoon veel vragen en kijk ik rond of iedereen meepraat. Eigenlijk ben ik meer een procesbegeleider. Maar ik wil als teamcoach het team toch ook echt iets leren.”

 

We oefenen de casus van de gepassioneerde stagiaire. We spelen de teamsituatie na. De teamcoach vraagt in een rollenspel aan de teamleden wat zij van de bijdrage van de stagiaire vindt.

Teamlid:         “Mooi, ze legt eindelijk eens wat pijnpunten bloot.”

Teamcoach:    “Oh ja, vertel eens wat zijn die pijnpunten dan?”

Na een pijnlijke stilte komen teamleden met voorbeelden.

Teamlid:         “We werken veelal in groepjes van 2 of 3 collega’s samen.

Teamlid:          “Ja, er zijn toch wel veel eilandjes.”

Teamcoach:    “Is dat wenselijk?”

Teamlid:          “Nee!”

Teamcoach:    “Wie is het daar mee eens?”

Teamleden mompelen bevestigend.

Teamcoach:    “Wat zou het team kunnen doen om dat patroon te doorbereken?”

Uiteindelijk  geeft de teamcoach het team een opdracht mee. Ieder teamlid schrijft een voorstel  op waardoor de eilandvorming doorbroken kan worden en neemt dat mee naar de volgende teamvergadering.

De teamcoaches halen opgelucht adem. Ze kunnen zich wel degelijk nuttig maken tijdens een teamvergadering door een interventie te doen!

Belangrijk is dan wel dat je vooraf het team vertelt dat je af en toe inbreekt om het team verder te helpen in hun ontwikkeling. Dan is het voor het team helder wat ze van de teamcoach kunnen verwachten. En zo voorkom je dat je in een kramp schiet!

 

Geen Commentaar

Sorry, het reactieformulier is gesloten op dit moment.